Hoe ons lijf werkt
Om te kunnen leven hebben we zuurstof nodig. Zeker voor onze hersenen is zuurstof erg belangrijk - als de hersenen langer als 3 minuten geen zuurstof krijgen, dan raken ze onherstelbaar beschadigd!
Zuurstof halen we uit de lucht. Daarom moeten we ademhalen, we zuigen de lucht naar binnen en in de longen wordt zuurstof uit de lucht gehaald. Dit komt in het bloed. Onze bloedsomloop is dus een grote transportband voor zuurstof en nog veel meer!
De bloedsomloop en ademhaling zijn dus van levensbelang! Daarom worden ze samen 'vitale functies', de levensfuncties genoemd. Hoe we ademhalen zie je hieronder, hoe de bloedsomloop werkt op de volgende pagina.
Bij een hartstilstand, of bij verstikking, kan ons lichaam geen zuurstof meer opnemen. Dan moeten we gaan reanimeren. Met de hartmassage vervangen we het hart, met de mond-op-mond beademing zorgen we dat er lucht met voldoende zuurstof in de longen komt.
Ademhaling
De longen zorgen voor opname van zuurstof uit de lucht. Je ademt in door je neus of mond. Vanuit de keelholte gaat de lucht door de luchtpijp naar de longen. Tussen de longen in splitst de luchtpijp zich in twee takken, eentje voor de linker en eentje voor de rechterlong. Deze 'hoofdstammen' (hoofdbronchus) splitsen zich telkens verder tot de eindtakjes. De luchtpijp en zijn takken hebben ringen van sterk kraakbeenweefsel. Als dat er niet zou zijn zou je je luchtpijp bij het inademen vacuum kunnen zuigen en dan slaan de luchtwegen dicht.
Kijk maar eens naar dit plaatje, met de opbouw van de longen en luchtwegen:
Aan de eindtakjes zitten de longblaasjes. Deze zijn heel erg klein! Ze liggen zoals je ziet als druivetrosjes bij elkaar. Om de longblaasjes heen ligt een netwerk van kleine bloedvaatjes. De wand van een longblaasje is maar 1 cellaag dik (nog geen tiende millimeter!) zodat het zuurstof er snel en makkelijk doorheen kan.
Als je alle longblaasjes die een mens in de longen heeft zou uitvouwen en plat naast elkaar zou neerleggen, dan zou je een heel voetbalveld ermee kunnen bedekken! Dit enorme oppervlak is nodig om ons lichaam goed van zuurstof te voorzien.
Hier zie je een plaatje van de longblaasjes, met het netje van kleine haarvaatjes eromheen.
In een schema van de bloedsomloop wordt bloed met veel zuurstof (zuurstofrijk) met rood aangegeven. Zuurstofarmbloed word met blauw aangegeven. In het echt is zuurstofarm bloed ook donkerder rood als zuurstofrijk.
Linksboven zie je dat uit het zuurstofarme, maar wel koolzuurrijke (blauw aangegeven) bloed, koolzuur naar de lucht in het longblaasje gaat. De zuurstof gaat uit de lucht in het longblaasje naar het bloed. Aan die kant is het bloed dan ook rood aangegeven. Dit heet de gaswisseling - het koolzuur in het bloed wordt omgewisseld door zuurstof.
De ademhaling als beweging
De lucht moet je longen in en weer uit gepompt worden. Dit doe je met de ademhalingsbeweging. Hiervoor heb je twee spierlaagjes tussen je ribben, 1 laag spieren voor inademen en een laag spieren voor uitademen. Dan is er het middenrif, een heel platte koepelvorminge spier onder je longen, die ook de scheiding is tussen je borstholte (hierin ligt hart en longen) en je buikholte (maag, darmen, lever)
Bij de borstademhaling zorgen de eerste spieren tussen je ribben zorgen dat je borstkas groter word als je inademt. Je middenrif gaat daarbij naar beneden, zoals de zuiger in een injectiespuit en zuigt zo lucht naar binnen. Dit is de buikademhaling.
Bij de uitademing is het net andersom: andere spieren tussen je ribben maken je borskas kleiner en je middenrif gaat weer omhoog. Kijk maar naar deze animatie:
Normaal in rust ademen we ongeveer 10 - 15 keer per minuut in, ongeveer een halve liter lucht per keer.
Maar als we hard werken dan ademen we veel vaker, en tot wel 5 liter per keer!
Bloedsomloop
Hoe de bloedsomloop werkt zie je op de volgende pagina, klik maar aan!
Je kunt ook terug naar 'waar zit lucht' of verder naar 'gassen en oplossingen'.