De opstijging maken
Aan het eind van de duik moet je natuurlijk ook weer opstijgen. Omdat je tijdens het duiken de hele tijd de waterdruk op je lijf hebt gehad, moet je rustig omhoog komen om deze druk langzaam van je lijf te laten komen. Kom je te snel omhoog, dan loop je het risico op decoziekte (deco = decompressie, je zegt dee - kom - pres - sie. Dit betekent 'de druk eraf halen'). Bij 'duiken en je lijf' kun je daar meer over lezen.
Daarom mag je niet te snel omhoog. Net als het afdalen moet je dit dus goed sturen met je trimvest!
Je mag per minuut 10 meter stijgen.
Dus als je op 20 meter diepte bent, doe je er twee minuten over om boven te komen.
Hoe maak je een goede opstijging?
Als je over een rustig dalende bodem naar beneden bent gezwommen bij het begin van de duik, ga je zo natuurlijk ook weer terug - dan kun je ook nog genieten van wat je ziet in het ondiepe deel. Dan kom je ook bijna nooit sneller omhoog als de normale stijgsnelheid van 10 meter per minuut. Ook dan maak je de veilgheidsstop op 5 meter diepte.
Ben je in het blauw afgedaald en moet je dus ook op die manier weer omhoog? Dan doe je de volgende stappen:
- Je maakt contact met je buddy en wisselt het okee teken uit.
- Dan geef je elkaar het teken 'opstijgen'.
- Zorg dat je je duikhorloge samen met de dieptemeter tegelijk goed kunt zien, of de duikcomputer goed kunt zien.
- Als je allebei klaar bent, geef je het teken 'opstijgen' nog een keer als je echt begint met omhoog gaan.
- Je zwemt rustig een stukje omhoog. Je houdt je buddy in de gaten, je blijft ook op dezelfde hoogte!
Je gaat nu vanzelf sneller, omdat doordat de druk op je duikpak en vest afneemt en je pak en vest dus een beetje uitzetten (groter worden) en zo je drijfvermogen ook toeneemt.
- Blaas dan op tijd je vest een beetje af, net genoeg om te blijven stijgen, maar niet zoveel dat je stilvalt of weer gaat dalen! Je vest zul je op weg omhoog telkens een beetje moeten afblazen.
- Houdt je dieptemeter en horloge of je duikcomputer in de gaten, en zorg dat je snelheid op ongeveer 10 meter per minuut blijft. Als je (veel) te snel gaat geeft de duikcomputer meestal een piepsignaal!
Dan kun je aan het touwtje van het bovenste waterloosventiel van je trimvest trekken, dan ben je heel snel alle lucht uit je trimvest kwijt. Pas op dat je daardoor weer niet dieper gaat! Daarna rustig verder op gaan stijgen natuurlijk.
Blijf tijdens de opstijging rustig doorademen! Houdt NOOIT je adem in tijdens de opstijging!
Ga zo rustig omhoog tot je de 'veiligheidsstop' kunt maken op 5 meter, daarna ga je rustig door naar de oppervlakte. Je kunt voor je veiligheid een decoboei oplaten.
Ben je veilig boven? Blaas je vest op zodat je ontspannen kunt dobberen en zwem naar de kant of de boot!
De stijgsnelheid op je duikcomputer
Opstijgen met een horloge en dieptemeter is lastig: je moet twee wijzers in de gaten houden, de secondenwijzer van je horloge en de wijzer van je dieptemeter. En daarbij ook nog je vest bedienen!
Een duikcomputer geeft de de stijgsnelheid vaak aan met vakjes naast een groene/gele/rode schaal. Als de vakjes in het groene deel zitten, dan is je stijgsnelheid goed. Geel is te snel, en rood veel te snel (en dus gevaarlijk).
Je weet: de goede stijgsnelheid is 10 meter per minuut!
Kijk maar op dit plaatje:
Sturen op het aantal vakjes en dus aleen maar dit punt waar je naar hoeft te kijken is natuurlijk veel makkelijker!
Veiligheidsstop en decoboei
Als extra veiligheid om decoziekte te voorkomen wordt in het laatste stuk van de opstijging een 'pauze' gehouden. Op een diepte van ongeveer 5 meter blijf je dan 3 minuten zweven. Ook hier is, als je niet langs een touw bent opgestegen, goed trimmen om precies op 5 meter te blijven, dus belangrijk!
Dit het handsignaal links gebruik je om aan te geven dat je niet direct naar boven kunt en en dus een veiligheidsstopstop gaat maken. Het signaal rechts geeft aan dat je op deze diepte wilt blijven, zoals bij de veiligheidsstop.
Na de drie minuten van de veiligheidsstop geef je eerst weer het okee teken en 'opstijgen' en doe je het laatste stukje naar de oppervlakte.
Voor de veiligheid kun je tijdens je veiligheidsstop op 5 meter een decoboei oplaten. Dat is een lange rode slurf die met een touw op een haspel aan je uitrusting vastzit.
Door met de tweede trap een beetje lucht in de decoboei te blazen komt hij vanzelf overeind en staat dan fier rechtop, recht boven je aan de oppervlakte. Dat is handig, want dan weten rondvarende boten of waterscooters dat je daar beneden bent en ook naar boven wilt. Daarmee voorkom je dat ze boven je langs varen en je misschien door de schroef van de boot of scooter wordt geraakt.
Zo kom je veilig beneden en ook weer boven!
Als je al alles wat tot dusver is verteld goed kunt, dan ben je eigenlijk al een duiker of duikster! We duiken natuurlijk wel met respect voor de bijzondere en mooie onderwaterwereld!
Je kunt ook gaan kijken of er nog extra dingen zijn die je wilt leren bij de specialisaties!