De ademautomaat

De ademautomaat zorgt ervoor dat je kunt ademen onder water.
Dit doet hij door de hoge druk in de fles om te zetten zodat je op elke diepte makkelijk kunt ademen.

Een ademautomaat bestaat uit twee belangrijke stukken: een eerste en een tweede trap. Simpel, niet waar!
Aan de eerste trap zitten naast de slang voor de tweede trap nog een aantal uitrustingsstukken met slangen vast.

De eerste trap is het deel dat je vastzet aan de kraan van de fles. De eerste trap zorgt dat de heel hoge druk uit de fles een stuk lager wordt (dit noemen de de middendruk) voor het naar de andere stukken van de automaat gaat. Aan de eerste trap zitten dan ook alle slangen naar de andere delen van de automaat vast.

De tweede trap is het andere belangrijke deel van de automaat. Hier adem je uit! De tweede trap heeft een mondstuk dat je zult herkennen, want dat ziet er net zo uit als van de snorkel. Dit doe je dus net als de snorkel in je mond, en met je tanden hou je het vast.
Ademen gaat dan net als met de snorkel, maar dan onder water!
De tweede trap zorgt dat de middendruk (vanaf de eerste trap) precies hetzelfde is als de druk van het water om je heen. Daardoor kun je makkelijk ademhalen. De waterdruk wisselt namelijk met de diepte (zie ook water drukt).
Aan de voorkant van de tweede trap zit een ronde 'knop' die je kunt indrukken. Dan gaat de automaat lucht blazen en zit er geen water meer in de automaat. Dit is de waterloosknop.

Als je uitademt komt de lucht aan de zijkanten van de automaat eruit en borrelt dan omhoog.

Er zit altijd een extra 2e trap aan de eerste trap van de ademautomaat vast. Deze is meestal geel.
Dit is de ‘octopus’. Hiermee kun je je buddy helpen als deze in nood is en geen lucht meer heeft!
Belangrijk is dan wel dat de octopus makkelijk is te pakken en in een houder zit die je zo kunt los trekken.

Aan de eerste trap zit nog een extra slang. Hier lijkt niets aan vast te zitten. Dit is de inflatorslang die je aan je trimvest koppelt. Inflator (je zegt in-flee-tor) is een Engels woord, en komt van het werkwoord inflate, en betekent ‘volblazen’.

Om te weten hoeveel je nog in je fles hebt zit aan de eerste trap ook nog een slang met een meter voor de druk in je fles. Dit noemen we de manometer. Vaak zit hier ook een dieptemeter bij, zodat je weet hoe diep je onder water bent. De manometer en dieptemeter of duikcomputer in bij elkaar in 1 huis noemen we de 'console'. Soms zitten in de console nog andere instrumenten.

Wil je zelf een ademautomaat kopen? Het is handig om, als je nog niet zo groot bent, kortere slangen te laten gebruiken. Te lange slangen zitten alleen maar in de weg!

Een ademautomaat kan twee manieren hebben om de eerste trap op de fles te zetten:

• De beugel met schroefknop die de eerste trap op de fles klemt
• Een schroefdop die in de kraan van de fles wordt gedraaid.

Op de foto rechts zie twee eerste trappen, links met de beugelaansluiting en rechts met de schroefdop.

Overzichtstekening

Wil je alle onderdelen van de ademautomaat goed bekijken? Klik dan op overzichtstekening ademautomaat. Op een nieuwe webpagina opent dan de tekening, die je dan ook kunt printen.

Als je nog meer wilt weten over de automaat, kun je op 'afdalen - de diepte in om meer te weten' klikken. Dan kom je op een pagina met echte tekeningen met de techniek van de ademautomaat en een animatie hoe de tweede trap werkt.

Anders kun je verder met de duikfles.